Natuurlijke Airconditioning

“Architecture will therefore become more informed by the wind, by the sun, by the earth, by the water and so on. This does not mean that we will not use technology. On the contrary, we will use technology even more because technology is the way to optimise an minimize the use of natural resources”(Richard Rogers).

Er zit een kloof tussen architectuur en technologie en het onderzoek “Earth, Wind & Fire – Natuurlijke Airconditioning” is een zoektocht naar kennis en wetenschap die nodig is om deze kloof te overbruggen.

Ik ben een technoloog, te omschrijven als “iemand die poogt een  nieuwe methode te ontdekken om in een dringende behoefte te voorzien, door verbetering van de werkmethode die hij tot op dat moment gebruikt en met behulp van materiaal dat voor hem bereikbaar is”[1].

De werkmethode die ik in mijn beroep als ontwerper van klimaatinstallaties heb gevolgd was gebaseerd op bekende mechanische systemen en technieken. De nieuwe methode maakt gebruik van natuurlijke hulpbronnen, zoals zo treffend verwoord in het bovenstaande citaat van Richard Rogers. De dringende behoefte heeft enerzijds betrekking op energiebesparing en de nabije noodzakelijke energieneutraliteit van gebouwen. Anderzijds op de noodzakelijke doorbreking van de dichotomie tussen architectuur en technologie, die mede verantwoordelijk is voor hoge faalkosten.

De strategische opzet van het onderzoek is gericht op de ontwikkeling van Klimaat Responsieve Architectuur waarbij klimaatontwerp, bouwfysica en installaties worden gekoppeld aan een architecturale opgave. Een gebouw wordt hierbij ook ontworpen als “klimaatmachine”, een machine die wordt geactiveerd door zwaartekracht en de omgevingsenergie van aardmassa, wind en zon, metaforisch aangeduid met Earth, Wind & Fire.

Bij deze strategie krijgt de architect een grote rol bij het klimaatontwerp en de energie-efficiency van gebouwen.  Door de klimaatvoorzieningen  uit te voeren als elementen voor architectonische expressie is klimaattechniek niet meer ondergeschikt aan architectuur maar wordt zelf deel van architectuur. Het ontwerpen van een gebouw als klimaatmachine is hierdoor ook een taak geworden van de architect, die daarmee tevens mede verantwoordelijk wordt voor het binnenklimaat en de energiehuishouding.

De rol van de klimaatingenieur wordt bij dit concept van integraal ontwerpen niet minder belangrijk. Hij moet hierbij wel putten uit een nieuw stuk kennisrepertoire, dat in het onderzoek Earth, Wind & Fire, is ontwikkeld en waarvan de belangrijkste resultaten zijn weergegeven in dit proefschrift. De klimaatingenieur bedrijft hiermee geen “installatiearchitectuur” zoals door sommigen wordt bepleit[2]. “Het concept, het basisontwerp zal eerst door de architect geconcipieerd moeten worden, dan is er plaats voor de andere disciplines[3]



[1] James, K. Feibleman in “Importance of Technology”. Nature  January 1966

[2] Emile Quanjel en Wim Zeiler in “De basis voor installatiearchitectuur – Integraal Ontwerpen”. TVVL Magazine 11/2002.

[3] Jouke Post in “De ziel van het concept”. TVVL Magazine 11/2002.