In 2003 werd het Besluit Uitzonderingen Rookvrije Werkplek (Tabakswet 2002) in de Tweede Kamer besproken. Aan de orde was toen ook het vraagstuk of en in hoeverre de horeca rookvrij zou moeten worden. De branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland heeft na een gevoerde campagne ter zake een convenant met de overheid gesloten waarin werd uitgegaan van zelfregulering van de branche. In “Gewoon Gastvrij – Stappenplan rookbeleid in de horeca” werd een onderzoeksvoorstel opgenomen uit de agenda Onderzoek & Ontwikkeling 2000 – 2010 van de Technische Raad van TVVL waarvan ik destijds voorzitter was. Dit onderzoeksvoorstel “Oplossingen ter vermindering van rookoverlast in het binnenmilieu”*[1]is in Nederland nimmer van de grond gekomen, maar gaf wel de stoot tot een project in REHVA verband: “Ventilation and Smoking”. Het is interessant hierbij op te merken dat de hiervoor opgerichte internationale taskforce uisluitend bestond uit niet-rokers. De verschillende ventilatie-experts beschouwden het alle als een uitdaging om doeltreffende ventilatiesystemen aan te bieden op dit gebied, waarin gezondheidsexperts in het algemeen van oordeel zijn dat ventilatie geen oplossing kan bieden tegen tabaksrook,. De publicatie is in 2005 op het congres CLIMA 2005 in Lausanne gepresenteerd. |
Geïnspireerd en gestimuleerd door het werk binnen de taskforce heb ik hierna bij de TU Delft in het faculteitsgebouw van Bouwkunde verder onderzoek op dit gebied gedaan, gericht op de scheiding van rookruimten en niet-rookruimten, uitmondend in verschillende artikelen in TVVL Magazine en BOUWFYSICA*.